Suriname, 1765. Het is de bloeitijd van de suikercultuur en ook de periode van de slavenopstanden. Tegen dit decor speelt zich het leven af van Elza en Sarith, dochters uit een joodse plantersfamilie, en hun lijfslavinnen Mini-Mini en Maisa. De levens van deze jonge mensen staan in schril contrast met elkaar, maar allen worstelen ze met de liefde, die extra wordt gecompliceerd door de ingewikkelde verhoudingen tussen slaven en planters, rijken en puissant rijken, marrons en Hollandse soldaten.
4 afleveringen van circa 45 minuten.